Ik zou willen dat mensen niet zo snel een oordeel klaar hebben – Marc
“Ik zou willen dat mensen kijken naar de bereidheid van mensen om vooruit te komen, in plaats van te oordelen”
Laatst kwam Marc (1990) bij Huize d’n Herd. Hij was door onze ICT-partner gestuurd om een probleem met een computer op te lossen. Dat doet Marc vaker, hij is zelfstandig ondernemer en lost problemen op voor verschillende grote computermerken. Met succes en daar is hij trots op. Terecht, want het is hem niet altijd voor de wind gegaan. “Ik heb zelf bijna een jaar in Huize d’n Herd gewoond, in het oude gebouw”, vertelde Marc terwijl hij de haperende pc onderzocht. “Nu ben ik behalve ZZP’er al acht jaar gelukkig getrouwd en vader van drie kinderen.”
“Ik was net 21 jaar toen ik in 2012 bij Huize d’n Herd kwam, zoals bij de meeste bewoners door een samenloop van omstandigheden. Ik ben opgegroeid in een heel onveilige – zeg maar gerust giftige – thuissituatie. Ik voelde me onbegrepen, niet gehoord en niet erkend. Pas toen ik op mijn 17e op mezelf ging wonen, kwam er ruimte voor mij.
Met de billen bloot
Als late puber ging ik gekke dingen doen, mijn geld aan alles uitgeven behalve aan de huur van mijn studio. Ik stak mijn kop in het zand, wilde niet toegeven dat het niet goed met me ging en kwam uiteindelijk op straat te staan. Bij vrienden kon ik een tijdje terecht als ‘bankslaper’, maar zoiets is voor niemand lang houdbaar. Gelukkig heb ik hulp gevraagd aan de huisarts. Dat kan ik achteraf zeggen, maar makkelijk was het niet. Nu moest ik voor mijn gevoel echt met de billen bloot. Ik kon niet blijven vluchten voor mijn problemen. Alles kwam op tafel, ik kon mijn problemen niet meer ontkennen. Dat is nodig als je je wilt openstellen voor hulp en voor mij is het een grote stap vooruit gebleken.
“Ik leerde naar mezelf te kijken. En mijn kracht in te zetten voor de goede dingen.”
Begrip en vertrouwen
Via de GGZ kreeg ik een plek in Huize d’n Herd. Het voelde als falen, ik wilde daar niet zijn. Het was er vreemd en niet vertrouwd, maar het gaf tegelijk rust. Er werd geen druk op me gelegd om te presteren om deze eigen plek te behouden. Daarnaast kreeg ik al snel een klik met andere bewoners. We waren daar om soortgelijke redenen, dat schept een band. We werden goed behandeld en er was een goede sfeer, de gezamenlijke eetmomenten hielpen daarbij. Natuurlijk moest ik me wel aan de regels houden, maar dat was best te doen. Als dat me eens niet lukte, dan werd er wel ingegrepen maar kreeg ik ook de kans om erover te praten. Dat ze me daarna niet bleven aankijken op mijn gedrag heb ik als heel helpend ervaren. Mijn neiging overal tegenaan te schoppen en anderen de schuld te geven van mijn ellende veranderde door het begrip en vertrouwen dat ik kreeg. Ik leerde naar mezelf te kijken. En mijn kracht in te zetten voor de goede dingen.
“Tijdens mijn verblijf bij Huize d’n Herd heb ik geleerd dat er altijd iets is om naartoe te werken.”
Zonder vooroordelen
Begrip van anderen heeft me heel veel gebracht. Ik ben daardoor zelf nu iemand die anderen niet snel veroordeelt. De positieve kant belichten is veel belangrijker, daar help je iemand veel meer mee. Tijdens mijn verblijf bij Huize d’n Herd heb ik geleerd dat er altijd iets is om naartoe te werken. Hier woonde ik samen met zoveel mensen met verschillende verhalen, dat relativeert: dakloos raken kan iedereen overkomen. Het interessantere verhaal is niet hoe je daar belandt, maar hoe je er weer uitkomt.
Leven opbouwen
In Huize d’n Herd leerde ik een vrouw kennen die me voorstelde aan haar dochter, die nu mijn vrouw is. Zelf had mijn vrouw ook het een en ander meegemaakt en we besloten samen te werken aan een toekomst. In 2013 kregen we een woning toegewezen en van daaruit is het ons gelukt een enorme schuld af te lossen. Wat het meest geholpen heeft? Het in kaart brengen van de schulden, in combinatie met een eigen plek om tot rust te komen en de mogelijkheid om met iemand te praten. Ik ben er trots op dat het gelukt is, in het begin met een beetje hulp. Ik wil ook anderen graag laten zien dat het kan, als je maar wilt en in contact blijft met de schuldeisers. Ik dacht altijd dat alle schuldeisers rotzakken waren, maar heb geleerd dat ze heus mee willen denken. Ga het gesprek aan, is mijn advies. Begin met aflossen, al is het maar vijf euro per keer, zodat je schuld niet verder oploopt. Leg open op tafel wat je kunt en niet kunt.
“Een beetje steun doet zoveel!”
Niet wegkijken
Hulp durven vragen en hulp aanvaarden, dat zijn de eerste stappen om verder te komen. Dat is heel moeilijk, weet ik uit ervaring: je moet je trots opzij zetten. Ik zou willen dat de mensen die zo snel een oordeel klaar hebben over mensen die het moeilijk hebben eens inzien hoeveel kracht daarvoor nodig is. Dat ze niet kijken naar een schuldvraag, maar naar de bereidheid van mensen om zich te laten helpen, om vooruit te komen en deel uit te maken van de maatschappij. Een beetje steun doet zoveel! Vanuit mijn eigen onderneming bied ik hulp waar ik kan. Dat voelt goed. Het is mooi als meer mensen dat doen: niet wegkijken, maar naar elkaar omzien en elkaar helpen.”
